In 2008 schreef R. Knegtmans een boek over ‘de 9 Universele criteria van toptalent’ (Uitgeverij Boom) vanwege zijn fascinatie voor de doorslaggevende verschillen tussen goede talenten en de best and the brightest. Hij sprak daarvoor met 76 CEO’s, toezichthouders en practice leaders over dit thema. Van topmannen als Ben Verwaayen en Ad Scheepbouwer tot de opperbevelhebber van onze strijdkrachten. Coaches als Foppe de Haan en internationaal erkend galeriehoudster Annet Gelink. Zijn vooronderstelling dat talent voor een zeer groot deel maakbaar is, bleek te kloppen.
Hij zegt hierover in een colum:
Het belang van een hoog IQ
“Al snel bleek dat de traditionele selectiecriteria zoals diploma’s, IQ en branchegerelateerde ervaring niet in het rijtje voorkwamen. Andere zaken hadden kennelijk de doorslag gegeven bij hun ontwikkeling tot gearriveerd talent.
Natuurlijk is er weinig mis met het behalen van een erkend diploma of meer dan gemiddelde verstandelijke of conceptuele vermogens. Maar om in filosofische termen te spreken: het is hoogstens een noodzakelijke, maar zeker geen voldoende voorwaarde. Zelf ken je vast legio mensen die weliswaar zeer intelligent, maar maatschappelijk toch minder geslaagd zijn.
Wat is er dan wel nodig om je tot toptalent te ontwikkelen?
De gulden 10.000-uur-regel
Eind 2006 wijdde het Amerikaanse zakenblad Fortune een special aan de ‘Secrets of Greatness’. Uit het artikel van onderzoeksjournalist Geoffrey Colvin bleek weliswaar dat er verschillen zitten in erfelijke aanleg, maar ook dat een gebrek aan natuurlijk talent niet van doorslaggevend belang is voor het bereiken van grote successen.
Niemand wordt geboren als schaakgrootmeester, begiftigd CEO of topgolfer. Alleen wanneer je in staat en bereid bent om jarenlang offers te brengen en jezelf aan een harde, pijnlijke en efficiënte training te onderwerpen, heb je kans dat het op termijn wat wordt.
Professor Anders Ericsson van de Florida State University hanteert daarvoor de gulden 10.000-uur-regel. Om echt de hoogste staat van genade te bereiken in een bepaalde discipline, moet je ten minste tien jaar lang hard en gericht trainen. Als minimum. In sommige disciplines – zoals filosofie – heb je twintig tot dertig jaar training nodig om de top van de piramide te bereiken.
Jong geleerd…
En hoe zit dat dan bij golfer Tiger Woods of toptennisser Boris Becker die al heel jong op topniveau konden acteren? Beiden waren extreem vroeg begonnen en hadden er als tiener al 15 tot 17 jaar dagelijkse training opzitten. Omringd door de beste mensen, intrinsiek gemotiveerd en met een nimmer aflatende passie om de top te bereiken.
Natuurlijk hebben wij bij geboorte niet allemaal dezelfde herseninhoud of spiermassa. Maar aangeboren eigenschappen bepalen eerder wat iemand niet gaan doen dan wat deze persoon kan bereiken. Iemand met een laag IQ zet niet snel de Nobelprijs voor nanotechnologie op zijn naam en met een lengte 1,65 meter word je doorgaans niet de meest waardevolle speler in de prestigieuze National Basketball League.
Maar om met cognitief psychologe Anique de Bruin te spreken: de variatie die ontstaat op basis van DNA is veel en veel kleiner dan de variatie die ontstaat op basis van training. Er is dus hoop voor iedereen.”
Bron: FD, 08
Voor beschikbare CEO posities kunt u een kijkje nemen op Lintberg.
Comments